Ooit bedacht ik dat ik van aandacht mijn werk wilde maken. Ik vond namelijk dat deze tijd schrééuwt om aandacht. Maar ik houd niet van lawaai en daarom ben ik het uiteindelijk gaan schenken. Letterlijk en figuurlijk. Misschien heb je het wel eens ergens of via iemand anders – want aandacht is er om te verdelen – van me geschonken gekregen. Inmiddels is het ruim zes jaar later en merk ik op dat er alleen maar méér en harder geschreeuwd wordt. En dat juist degenen die (erom) schreeuwen aandacht ook daadwerkelijk het hardst nodig hebben.
Ik doel in dit geval op de “onuitstaanbare ouders” waarover Roderick Veelo half december schreef: ouders die zich van achter de zijlijn – dat dan blijkbaar nog wel – van het sportveld luidkeels bemoeien met het spel van hun zoon of dochter. En vooral ook met beslissingen van scheidsrechters en trainers. Deze ouders stellen hoge eisen aan hun kinderen en als ze op school niet overgaan komen ze verhaal halen bij de docent. Of ze vinden andere ‘creatieve’ oplossingen om ‘het niveau van hun kind hoog te houden’…
Roderick vraagt zich af “wat er mis is gegaan tussen hun eigen jeugd, waarin ouders eenvoudig tevreden konden zijn als hun kinderen plezier hadden, en de bezetenheid met de prestatie van hun eigen kroost nu?” “Erg diep inzicht is er niet voor nodig,” antwoordt hij zelf, “om te zien dat ouders van nu hun gebrek aan tijd en aandacht gruwelijk compenseren ten koste van alles en iedereen.” Hij wil “dat paal en perk wordt gesteld aan dit fanatisme”.
Het onderwerp heeft me nog niet losgelaten en daarom wil ik jou alsnog wél even de diepte mee innemen. En een oplossing voorstellen, want in Roderick’s schrijven vond ik er geen. Als je gaat graven, namelijk, dan ontdek je dat deze ouders behalve voor hun kinderen, ook geen tijd en aandacht hebben voor zichzelf. Zij proberen op hun beurt aan allerlei al dan niet bewust opgelegde verwachtingen te voldoen. Een succesvolle carrière, een leuk sociaal leven, een strak lichaam, een gezellig gezin, een mooi huis. Het kan en moet allemaal en zo dient het vooral ook gepresenteerd te worden aan hun echte én digitale vrienden. Agenda’s van ouders en hun kinderen zitten propvol. Gadgets lossen vrije uurtjes op en aan de hand van stickers plakken wordt ‘lastig’ gedrag uit de weg geruimd.
De zaadjes van de verwachtingen (van hun kinderen en zichzelf) zijn bij deze “onuitstaanbare ouders” geplant in hún jeugd. Hoe verder je teruggaat in de tijd, hoe meer volwassenen het voor het zeggen hadden en het kind moest gehoorzamen. Deed je dit niet, dan kreeg je straf. Regels over hoe het hoorde werden bovendien (meer) opgelegd door kerken, scholen en andere instanties. Van een prestatiemaatschappij was nog minder sprake en de aandacht was ongetwijfeld meer bij het hier en nu. Maar hoeveel van die aandacht was écht en oprecht? Waren jouw ouders tevreden met wie jij was als individu of waren ze tevreden omdat je naar hen luisterde (en in hun ogen “lekker plezier” had)? In hoeverre kon en mocht jij jezelf zijn? Konden jouw ouders zichzelf zijn? En hun ouders? Iedere generatie heeft zo een beetje meer ruimte weten te ‘ontfutselen’.
Ruimte is er nu wel dégelijk. (Oeh, laat dat eens tot je doordringen!) Vroeger moest er meer zwaar fysiek werk verricht worden, waren er minder machines (laat staan slimme apparaten) die taken van ons overnamen en was er de zorg voor veel grotere gezinnen. Punt is alleen dat we de ontstane ruimte niet innemen, maar dat we de tijd nog steeds opvullen met voldoen aan die verhipte verwachtingen. We streven allerlei doelen in de buitenwereld na en laten onze aandacht van het pad van dingen die er écht toe doen afleiden door de onbehapbare hoeveelheden informatie, beelden en mogelijkheden die dagelijks op ons afgevuurd worden. En waarvan we van onszelf verwachten dat we er iets mee moeten.
Stiekem denk ik dat die “onuitstaanbare ouders” zo hard schreeuwen om de stem die ze vroeger niet konden laten horen alsnog te laten gelden. Misschien komen ze eigenlijk niet op voor hun kind, maar voor hun eigen innerlijke kind. Het innerlijke kind dat nooit geleerd heeft dat het mag zijn wie het is. En dat het op zichzelf kan vertrouwen.
Die “onuitstaanbare ouders” zitten gewoon een beetje in de knoop. Ook zij voelen dat de wereld verandert. Alsof ze laatste pogingen doen om zich vast te klampen aan (schijn)zekerheden in de buitenwereld. Als je maar genoeg verdient, als je maar de juiste diploma’s op zak hebt, als je maar ergens heel goed in bent, als je maar netjes dankjewel zegt en handjes schudt, oftewel als je maar voldoet aan verwachtingen, dán ‘komt het goed’. Om iets te bereiken, dien je in jezelf te geloven en daarom wordt hun kinderen bovendien dagelijks verteld dat zij de állerbeste zijn. Omdat er geen tijd en oprechte aandacht is, wordt alles wat zij doen en zeggen klakkeloos beloond met superlatieven. Wat dat betreft ben ik het wel een beetje met Roderick eens. Hij vreest voor een nieuwe generatie onuitstaanbaren: de nieuwe generatie die denkt “dat alles om hen draait. Opgejaagd door ouders, verwend met applaus en onkundig met tegenslagen.”
Toch heb ik grote hoop dat kinderen daar zelf een stokje voor gaan steken. Niet voor niets hoor ik steeds meer ouders zeggen dat hun kind zo ‘gevoelig’ en ‘pittig’ is (Count me in, baby!). Kinderen van nu dagen je uit om op te komen dagen. Als de meest oorspronkelijke versie van jezelf. Om je tablet als oppas en je beloningssystemen om iets van ze gedaan te krijgen overboord te gooien. Om de verbinding áán te gaan, met hun en vooral ook met jezelf. Kinderen willen oprechtheid, waarheid, gelijkwaardigheid en dat je je openstelt. Ze willen dat je hen ziet, hoort, accepteert en respecteert. Dat je van ze houdt, precies zoals ze zijn. Juist om wie ze zijn. Dat vraagt dat jij steeds meer jezelf gaat zien, horen, accepteren en liefhebben. Precies zoals jij bent. Dat je het vertrouwen in jezelf en in het leven niet uit prestaties en gadgets in de buitenwereld haalt, maar uit je diepste binnenste. Je kind volgt namelijk je voorbeeld; niet je advies.
Dat is niet de weg van de minste weerstand, maar wel een naar een ‘uitstaanbare’ wereld. Haha, misschien zelfs de snelweg naar complete verlichting 🙂 Het pad van waardering is een prachtige manier om die verbinding op een laagdrempelige en sprankelende manier aan te gaan. Het betekent niet dat je je kind de hemel in prijst, maar dat je heel bewust stilstaat bij – aandacht hebt voor – wat je kind voor jou betekent. Dat je leert benoemen hoe je kind jouw leven verrijkt en dat je dat ook deelt. Dat gaat veel dieper dan ‘mooi’ of ‘goed’. En – erg fijn meegenomen – het maakt dikke vette korte metten met verwachtingen. Ruimte héb je, nu de tijd nog maken! Oh wacht, wat dacht je van in stilte oefenen langs de zijlijn? Ssssst… ♥